Bij het indienen van de laatste btw-aangifte van het jaar is het van belang om de juiste bedragen op te nemen voor de btw over het privégebruik van bedrijfsmiddelen. Het zogenaamde ‘btw-privégebruik’ verwijst naar het gebruik van zakelijk gekochte goederen en diensten (bedrijfsmiddelen) voor persoonlijke doeleinden (privégebruik). Dit kan variëren van het gebruik van een bedrijfsauto voor privéreizen tot het benutten van bedrijfsmiddelen voor niet-zakelijke doeleinden.
Wet en wijzigingen
Ondernemers dienen de regels van de Belastingdienst te volgen, zodat het btw-bedrag correct wordt berekend en gerapporteerd. Voor sommige sectoren – zoals de landbouw – worden jaarlijks normen opgesteld voor deze berekening van het privégebruik van bedrijfsmiddelen. Daarom is het voor u als ondernemer belangrijk om u goed te laten informeren over eventuele wijzigingen in de wet- en regelgeving. Een foutieve berekening kan u duur komen te staan! Bovendien is het raadzaam om relevante documenten en facturen die betrekking hebben op het privégebruik van bedrijfsmiddelen zorgvuldig te bewaren. U kunt hiermee de juistheid van de btw-berekening aantonen en mogelijke geschillen met de Belastingdienst voorkomen.
Voorbeeld privégebruik auto
Stel er is een bedrijfsauto - met een catalogusprijs van € 50.000 - waarmee ook privé wordt gereden. De forfaitaire bijtelling voor het privégebruik van een bedrijfsauto bedraagt in eerste instantie 2,7% van de catalogusprijs (in dit geval een btw-bijtelling van € 1.350 per jaar). Als er bij de aankoop van de bedrijfsauto geen btw als voorbelasting is afgetrokken dan mag men aanvullend rekening houden met een forfaitair percentage van 1,5% (btw-bijtelling van € 750 per jaar).
Let op! Indien een bedrijfsmiddel zowel voor vrijgestelde- als belaste omzet wordt gebruikt dan wordt de correctie naar rato berekend. En de btw-correctie is nooit meer dan de totaal in dat jaar afgetrokken btw. Met name bij de aankoop van een auto waarbij de btw als voorbelasting is afgetrokken, kan dit een ingewikkelde berekening zijn aangezien dit ook tijdsevenredig berekend moet worden.
Als er een gesloten kilometeradministratie aanwezig is waaruit blijkt dat er geen sprake is van privégebruik dan hoeft er geen forfaitaire bijtelling berekend te worden. Het woon-werkverkeer geldt voor de btw, in tegenstelling tot de inkomstenbelasting, als correctie privégebruik.
Suppletie
Wanneer achteraf blijkt dat er een fout is gemaakt bij de berekening van de btw of het privégebruik is in zijn geheel niet aangegeven dan moet er een aanvullende aangifte, een zogenaamde ‘suppletie’ ingediend worden. Een suppletie dient dus niet enkel voor een correctie voor de btw voor het privégebruik, maar ook om eerder ingediende foutieve aangiften te herstellen. Let wel op dat over een suppletie mogelijk belastingrente verschuldigd is als deze niet tijdig is ingediend.
Conclusie
Het privégebruik van de btw wordt weleens verkeerd berekend of in zijn geheel vergeten. Wanneer een foutieve btw-berekening later gecorrigeerd moet worden, kan dat een boete of belastingrente betekenen.