De uiterste inzaaidatum, die u bij de Gecombineerde Opgave (GO) voor het EA-vanggewas heeft opgegeven, geldt als ingangsdatum voor de 10 weken termijn. Als u het EA-vanggewas eerder of later zaait, moet u in veel gevallen de gewijzigde zaaidatum doorgeven aan RVO.
De zaaidatum stond in de GO standaard op 30 september. Vaak is deze datum blijven staan. Bij controle gaat RVO ervan uit, dat de 10 weken termijn op deze geregistreerde datum ingaat. U mag het perceel pas na deze 10 weken periode beweiden of bewerken. Bij een eventuele controle moet het vanggewas vanaf de geregistreerde datum daadwerkelijk 10 weken worden geteeld.
Als u de feitelijke (eerdere) zaaidatum doorgeeft aan RVO gaat de 10 weken termijn op deze datum in. Hierdoor heeft u het perceel eerder weer beschikbaar om het te beweiden of bewerken. Wilt u het perceel voor 10 december beweiden of maaien? Dan moet u de eerdere zaaidatum melden bij RVO.
Heeft u in de GO de zaaidatum vervroegd, maar wordt het hoofdgewas later geoogst dan verwacht? Geef ook in deze situatie de gewijzigde zaaidatum door. Bij een fysieke controle moet duidelijk zijn dat het vanggewas vanaf de opgegeven zaaidatum wordt geteeld.
Tot en met 31 augustus kunt u een gewijzigde zaaidatum via de GO digitaal doorgeven. U dient de GO opnieuw door middel van TAN-codes te versturen.
Wilt u na 31 augustus een andere zaaidatum melden? Dan moet u dit schriftelijk doorgeven.
Het doorgeven van een gewijzigde zaaidatum leidt niet tot een korting op de bedrijfstoeslag.
|
| Wijkt de zaaidatum van uw EA-vanggewas af van de datum opgegeven in de GO? Laat de feitelijke zaaidatum bij RVO registreren. Hiermee voorkomt u problemen bij een eventuele controle. |